Schrijven in de NT2/NVT-les: van losse woorden naar eigen verhalen
- Bianca Versteeg
- 4 apr
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 7 nov
Veel leerlingen vinden schrijven in het Nederlands lastig. Ze beginnen enthousiast, maar raken halverwege hun zin het spoor bijster. āHoe schrijf je dat ook alweer?ā of āIk weet het woord niet,ā hoor je dan. Het gevolg: korte, losse zinnen of halve verhalen, terwijl er in hun hoofd vaak veel meer leeft.
Toch is schrijven juist ƩƩn van de krachtigste manieren om taal Ʃcht te leren gebruiken. Niet pas als laatste stap, maar als onderdeel van het hele leerproces. Wanneer leerlingen leren schrijven over wat ze zien, denken en meemaken, groeit hun taalvaardigheid op alle fronten: woordenschat, zinsbouw Ʃn denkvaardigheid.
Van denken naar doen: schrijven als proces
In de NT2/NVT-les is schrijven meer dan een eindproduct. Het is een proces waarin leerlingen taal leren gebruiken om hun wereld te ordenen. Dat proces begint vaak niet op papier, maar in gesprek. Door eerst te praten over wat ze willen schrijven, vinden leerlingen de woorden en de zinsstructuren die ze later nodig hebben. Mondelinge voorbereiding is dus geen omweg, maar de motor van hun schrijfontwikkeling.
Daarna volgen kleine, haalbare stappen: samen een zin afmaken, een korte tekst aanvullen of een voorbeeldtekst nabouwen. Zo ervaren leerlingen dat schrijven niet iets āmoeilijksā is, maar iets wat ze stap-voor-stap kunnen leren opbouwen .

Houvast bieden zonder de creativiteit te verliezen
Goede schrijfinstructie balanceert tussen steun en vrijheid. Visuele hulpmiddelen, zinstarters of kaders geven houvast. Maar het echte leren gebeurt wanneer leerlingen met die steun hun eigen keuzes maken.
Een leerling die in het begin alleen losse woorden opschrijft, kan bijvoorbeeld leren om een zin te vormen rond een foto of tekening: āDit is mijn hond. Hij woont bij mijn oma. Hij eet graag brood.ā
Van daaruit groeit de stap naar een verhaaltje, een briefje of een e-mail. Door schrijfhulpen te combineren met betekenisvolle themaās, bijvoorbeeld over familie, school, feesten of dieren, ervaren leerlingen dat schrijven over hĆ©n gaat. Dat motiveert meer dan een losse oefening ooit kan doen.
De kracht van voorbeelden
Veel leerlingen hebben een beeld nodig van wat āeen goede tekstā is.
Een voorbeeldtekst maakt de opdracht concreet en verlaagt de drempel. Een echte uitnodiging, een stukje uit een kookboek of een kort verhaal kan dienen als model: wat valt op aan de opbouw, de toon, de woorden?
Door zulke voorbeelden te bespreken, krijgen leerlingen grip op tekststructuur Ʃn vertrouwen om zelf te schrijven. Ze ontdekken dat elke tekst een doel heeft: informeren, uitnodigen, overtuigen of gewoon iets moois vertellen.

Ruimte voor thuistalen
Wie schrijft in een tweede of vreemde taal, vertaalt ook een stukje van zichzelf. De thuistaal kan daarbij helpen. Laat leerlingen bijvoorbeeld eerst in hun eigen taal brainstormen of een verhaalstructuur bedenken. Door ruimte te geven aan meertaligheid, versterk je niet alleen de taalontwikkeling, maar ook de betrokkenheid en het zelfvertrouwen.
Van woorden naar verhalen
Schrijven is oefenen, maar vooral groeien. Elke zin (hoe kort ook) is een stap richting taalbeheersing en zelfexpressie. Wanneer leerlingen ervaren dat hun woorden ertoe doen, ontstaat eigenaarschap: ze durven zichzelf te laten zien in de nieuwe taal.
Tot slot
Wil je als school of team werken aan sterk schrijfonderwijs in een meertalige context?De Taalkoffer begeleidt scholen bij het versterken van taalonderwijs, met trajecten op maat rond taalontwikkeling, didactiek en beleid.
Meer weten?




Opmerkingen